Een van mijn favoriete dingen aan de herfst en aan de winter is dat het dan het wildseizoen is. Vroeger weigerde ik wild te eten omdat ik het zielig vond dat ik ‘een bambi’ aan het opeten was, maar ondertussen is dat gevoel totaal verdwenen en wordt ik heel erg vrolijk van hertenbiefstukjes, reebiefstukjes en hazenrugfiletjes.

Het enige wild waar ik nooit echt warm van werd is eendenborst. Ik heb het een paar keer verkeerd gegeten, dat wil zeggen dat er steeds een enorme, taaie vetrand aanzat, en daardoor is het me tegen gaan staan. Tot het moment dat ik me deze week bedacht dat ik me daaroverheen moest zetten.

Toen ik zei dat ik eendenborst ging maken reageerden mensen erg verschillend, maar over het algemeen was de reactie ‘is dat niet heel erg moeilijk?’. Nou, nee dus. De truc met eendenborstfilet is om de vetrand in de pan knapperig te krijgen, en hem vervolgens in de oven verder te laten garen. C’est tout.

Ik serveerde de eendenborstfilet met een gerookte aardappelpuree en groentes uit de oven. Beide bijgerechtjes zijn echt belachelijk simpel te maken.

Voor de gerookte aardappelpuree spelen we een klein beetje vals. De rooksmaak kan je namelijk heel makkelijk nabootsen door de aardappeltjes te koken in een thee met een rooksmaak. Ik gebruikt een losse thee die ‘het geheim van de Keizer’ heet en ruikt naar openhaard (ooit gekregen van mama, als cadeautje een grapje), maar als je die niet kan vinden (wat ik me kan voorstellen), raad ik je aan om een ‘lapsang souchong’ te pakken, deze thee wordt in bamboe manden gedroogd boven dennenvuur en krijgt daardoor een rooksmaak!

Voor de groenten uit de oven koos ik voor peen, sjalotten en kastanjechampignons, die ik met tijm en boter in de oven deed. De peen sneed ik in kleine blokjes en de sjalotten in kwarten en achtsten. De champignons wreef ik schoon en sneed ik daarna ook in kwarten. De peen en sjalotten gaan voor 60 minuutjes in de oven op 200 graden Celsius. De champignons hoeven maar 20 minuutjes, dus die kan je na 40 minuten bij de rest gooien.

De hoeveelheden kan je hier zelf denk ik het beste uitvogelen, ik weet wel dat ik de volgende keer denk ik de aardappelpuree weg laat en alleen de groenten bij de eendenborst serveer, want de groenten waren echt gruwelijk lekker.

Het recept wat je hieronder vindt is dan dus ook alleen voor de eendenborst en de saus. De saus is overigens een flinke portie, daar had ik me een beetje op verkeken. Ik maakte de saus met kersensmaak, omdat ik heel erg veel van kersen houdt, maar je kan ook kiezen voor bramen, pruimen of bijvoorbeeld blauwe bessen.

 

Wat heb je nodig? (1 persoon)

  • 1 eendenborstfilet
  • Peper en zout
  • 1 blokje kippenbouillon
  • 3 takjes tijm
  • 2 tenen knoflook
  • 2 à 3 eetlepels kersenjam of kersenconfituur
  • Een beetje maizena

 

Hoe maak je het?

  1. Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius
  2. We beginnen met het maken van de saus. Zet hiervoor een pannetje op met ongeveer 200 ml water, breng het aan de kook en doe hier de kippenbouillon, knoflook en tijm bij. Roer een beetje tot de bouillon is opgelost, voeg dan naar smaak de jam toe en laat het geheel even iets inkoken. Maak met wat water een papje van de maizena en voeg steeds kleine beetje toe, totdat je tevreden bent met de structuur van de saus.
  3. Dan de eendenborst. Zorg dat deze op kamertemperatuur is en kerf met een scherp mes ruitjes in de vetkant. Bestrooi de vetkant met peper en zout en zet een droge pan op het vuur.
  4. Leg de eendenborst met de vetkant op de pan en bak het zo totdat het vetkantje krokant is. Draai de eendenborst om en zet het geheel met pan en al, voor zo’n 6 minuutjes, in de oven, zodat de eendenborst verder kan garen. Ik moet heel eerlijk zeggen dat 6 minuutjes denk ik net iets te lang was voor het ienie minie eendenborstfiletje wat ik had gekocht, als je ook een klein filetje hebt heb je denk ik aan 4 à 5 minuten in de oven genoeg.
  5. Laat de eendenborst even rusten voor je hem aansnijd en serveert.

Liefs!!

Eendenborst zonder saus
#zondersausenlelijkgetrancheerd 
Advertentie